Nadat in 2008 de financiële crisis vat op ons leven kreeg en vervolgens ook de reële economie raakte, lijkt de tijd rijp geworden om de vraag te stellen waar de oorzaken van deze ontwikkelingen liggen. Bijna onvermijdelijk is het dan om vast te stellen dat een groot gedeelte van de crisis ‘tussen de oren’ zit, immers fundamenteel economisch was er eigenlijk niet zo heel veel aan de hand. Al snel vallen dan ook woorden als ‘vertrouwen’. Daarbij wordt gedoeld op banken die elkaar en hun klanten niet (meer) vertrouwen, de consumenten die bang zijn voor de economische ontwikkelingen, en de media die welhaast gretig op deze sentimenten inspelen. Vervolgens is er dan de overheid die alleen maar met maatregelen komt die het bestaan van de een crisis verder bevestigen, zoals: garanties voor banken, werktijdverkorting, inspelen op massaontslagen, etc., etc.,. Hierbij wordt de overheid gedreven door de onderliggende angst bij de burgers die zij vanuit haar rol in de verzorgingsstaat van nature meent te moeten aanwakkeren, om vervolgens weer voor diezelfde angstig gemaakte burgers te kunnen zorgen.
De vraag is: hoe heeft het zo ver kunnen komen? Het is niet moeilijk om te constateren dat in de aanloop naar het ontstaan van de crises (nadat we aan het begin van het nieuwe millennium al het uiteenspatten van de Internet bubbel hadden gezien, waarna het weer even beter leek te gaan) we opgingen in een wereldwijde zoektocht, gedreven vanuit het economisch systeem, naar steeds meer geld. Maar omdat geld slechts extrinsieke waarde heeft, zal (steeds meer) geld op zich nooit bevredigend kunnen zijn, waardoor men de neiging krijgt er steeds meer van te willen hebben, en daardoor er meer en meer energie in gaat steken, wat dan weer leidt tot verregaande rationalisering, waardoor we voorbij gaan aan de zoektocht naar intrinsieke waarde, via een inhoudelijke, wederkerige dialoog.
Eigenlijk zijn we op zoek naar transcendentie (we hebben immers materieel zo ongeveer alles wat we maar zouden kunnen willen wensen), maar daar niet aan toekomen omdat we alle energie steken in het verkrijgen van steeds meer geld, waarmee we dan artificiële transcendentie ‘kopen’ (denk o.a. aan alle op ‘wellness’ gerichte ontwikkelingen, die door hun transactionele aard als zuiver hedonistisch te betitelen zijn, en daarmee ook niet intrinsiek en dus uiteindelijk onbevredigend zijn). De echte transcendentie kan slechts gerealiseerd worden door vanuit onze leefwereld, via een machtsvrije, wederkerige dialoog, transcendentie te initiëren. Een lastige, moeilijke weg, die we juist om die reden nog wel eens willen proberen te vermijden, maar omdat het de enige weg is naar transcendentie, wel een die uiteindelijk leidt tot duurzame ontwikkelingen, zonder vertrouwenscrisis. Sterker nog, toekomstige vertrouwenscrises worden door machtsvrije wederkerige dialoog expliciet onmogelijk.
Om uit de crisisspiraal te ontsnappen, zullen andere bewegingen in gang gezet moeten worden. Een aantal partijen zal hun verantwoordelijkheden moeten nemen. De mondiale overheden moeten volmondig hun vertrouwen in de fundamenten van de economie laten zien, door over te gaan tot Keynesiaanse conjuncturele stimuleringsmaatregelen, in plaats van te waarschuwen, en virtuele financiële systeem te steunen. Daarnaast zou de overheid er goed aan doen er naar te streven om de verzorgingsstaat zoveel mogelijk te beperken tot het strikt noodzakelijke, waardoor de mens zich weer bewust wordt van zijn eigen verantwoordelijkheden. De media kunnen hun steentje bijdragen door alle energie te richten op het op gang brengen en houden van machtsvrije wederkerige dialoog. De burgers zullen op hun beurt bereid moeten zijn tot het voeren van die dialoog, hun eigen verantwoordelijkheden te willen nemen, en bereid zijn tot transcendentie, in plaats van extrinsieke waarden na te jagen. . .
donderdag 5 februari 2009
Over de fundamentele oorzaken van de crisissen; vertrouwen of teleurstelling?
Gepost door
Leen de Waal
op
07:15
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten